Narcis Snowtip
Eigenschappen
De grootbloemige narcis Snowtip is een gele narcis met lichtgele bloembladen en een gele, gekartelde cup. Snowtip heeft zijn naam te danken aan de witte puntjes op de trompet.
De naam narcis herinnert aan het verhaal uit de Griekse oudheid van de schone Narcissus, die op zichzelf verliefd werd toen hij in het water zijn spiegelbeeld zag en daarna verdronk. Zeg narcis en iedereen denkt aan gele trompetbloemen. Wilde narcissenbollen komen voor in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Azië. De keuze aan narcissenbollen voor de tuin is groot. Er bestaan allerlei bloemvormen: gevulde kronen, gespleten kronen, anderen hebben bloemen die nauwelijks meer als narcis herkenbaar zijn. Grootbloemige typen hebben meestal maar één bloem per steel. Kleinbloemige typen dragen soms een hele tros bloemen per steel. Daarnaast zijn er verschillen in bloeitijd, grootte en kleur. Geel en wit voeren de boventoon, maar allerlei schakeringen en combinaties met oranje en rose zijn mogelijk. Rassen met grote bollen geven meestal ook grote bloemen. Een aantal kleinbloemige typen zijn heel geschikt voor de rotstuin.
Narcisbollen Snowtip moeten vrij diep worden geplant en vervolgens bedekt met een laag grond die even dik is als de bolhoogte. Zo kunnen ze een aantal jaren in de grond blijven. Worden de pollen te dicht of gaan ze minder bloemen geven, rooi ze dan na het afsterven van het blad en haal de kluiten met bollen uit elkaar. Plant ze direct opnieuw of laat ze drogen en wacht tot het najaar. Het afsnijden van het blad na de bloei is ongunstig voor de bolgroei en leidt tot uitputting. De grootbloemige trompetnarcissen en de rassen met een grote of kleine kroon zijn meestal vroegbloeiend, terwijl typen met kleine bloemen later bloeien.
Deze narcis kan geplant worden in borders, op pot en in de volle grond.
Rijksweg 85
1787 PK Julianadorp
Nederland